Met betrekking tot de IBO zijn er een aantal regels waarmee men rekening dient te houden:

  • De werkgever mag met de IBO-cursist geen scholingsbeding afsluiten.
  • De werkgever is in principe verplicht de IBO-cursist na de opleiding aan te werven met een contract van onbepaalde duur.
  • Wel kan de IBO op verzoek van de werkgever en/of de IBO-cursist stopgezet worden indien een goede match onmogelijk blijkt. Op voorwaarde dat de VDAB-consulent die de IBO opvolgt dit goedkeurt.
  • Wenst de werkgever de IBO-cursist aan te werven met een contract van bepaalde duur, dan dient dit eerst ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de VDAB-consulent.
  • De werkgever verzekert de IBO-cursist tegen arbeidsongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid.
  • De VDAB betaalt de IBO-cursist een vergoeding voor de kost van de verplaatsing tussen woon- en opleidingsplaats en betaalt de kost voor kinderopvang terug.
  • De mogelijkheid bestaat om de werkzoekende voorafgaandelijk aan de IBO eerst een beroepsverkennende stage in de onderneming te laten volgen. Deze stage duurt op voltijdse basis maximum 1 week en is gratis voor de werkgever. De werkgever dient de stagiair wel te verzekeren tegen burgerlijke aansprakelijkheid.
  • De werkzoekende mag de functie waarvoor hij/zij wordt opgeleid voorafgaandelijk aan de IBO tot maximum 4 weken bij de onderneming uitgeoefend hebben als uitzendkracht: maximum 20 werkdagen in een 5-dagen stelsel, maximum 24 dagen in een 6-dagenstelsel.
  • Een IBO duurt standaard minimum 4 en maximum 26 weken. Tenzij de werkzoekende een arbeidshandicap heeft of langdurig werkzoekend is (minstens 1 jaar indien jonger dan 25, minstens 2 jaar indien ouder dan 25). In dat geval kan de VDAB van oordeel zijn dat hij/zij in aanmerking komt voor een IBO voor kwetsbare groepen (IBO-plus). Een IBO-plus is gratis voor de werkgever en mag tot maximum 52 weken duren.
  • Een opleidingsweek telt standaard 38 opleidingsuren. De werkgever mag de 38 opleidingsuren wel ‘vrij’ inroosteren/inplannen. Men is dus niet verplicht om te werken met een systeem van 5 dagen a rato van 7,6 opleidingsuren per dag! In het geval van een IBO Vrachtwagenchauffeur is een weekrooster van bijvoorbeeld 3 opleidingsdagen met 2 dagen aan 12 opleidingsuren en 1 dag aan 14 opleidingsuren in principe toegelaten. Dergelijk rooster heeft geen effect op de maandelijkse vergoeding die de werkgever aan de VDAB betaalt en evenmin op de maandelijkse IBO-premie die de IBO-cursist van de VDAB ontvangt bovenop zijn vervangingsinkomen.
  • Extra opleidingsuren mogen enkel uitzonderlijk gepresteerd worden. Indien de IBO-cursist uitzonderlijk toch extra opleidingsuren presteert, moet de werkgever die uren compenseren en dit mag enkel door de IBO-cursist deze uren binnen de maand te laten recupereren. Indien de IBO-cursist een onregelmatig opleidingsuurrooster dient te volgen, moet de werkgever hem/haar minstens 5 dagen op voorhand hierover inlichten. Indien de werkgever op voorhand weet dat de IBO-cursist extra opleidingsuren dient te presteren, moet de IBO-cursist minstens 5 dagen op voorhand hierover ingelicht worden.
  • Tijdens de opleiding betaalt de werkgever geen loon of RSZ, wel een maandelijkse forfaitaire vergoeding aan de VDAB. Deze vergoeding blijft gedurende de looptijd van de IBO gelijk, onafhankelijk van aan- of afwezigheid van de IBO-cursist. Het bedrag van deze vergoeding hangt af van het bruto basisloon per maand dat de IBO-cursist bij aanwerving gaat verdienen.

loonschaal (bedrag bruto basisloon/maand)

factuur werkgever

minder dan 1.700 euro

650 euro

van 1.700 euro tot 1.999 euro

800 euro

van 2.000 euro tot 2.299 euro

1.000 euro

van 2.300 euro tot 2.599 euro

1.200 euro

meer dan 2.600 euro

1.400 euro

  • Kosten eigen aan de werkgever zijn niet toegelaten! Bijvoorbeeld de ARAB-vergoeding per gepresteerd opleidingsuur voor een IBO-cursist Vrachtwagenchauffeur.
  • De VDAB betaalt de IBO-cursist maandelijks een IBO-premie bovenop zijn/haar vervangingsinkomen. De optelsom is goed voor minstens 80% van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen. Vervangingsinkomen en IBO-premie werken als communicerende vaten: hoe hoger het vervangingsinkomen, hoe lager de IBO-premie en omgekeerd.

Voor meer info, zie https://www.vdab.be/ibo.