Het pensioenfonds Pensio TL garandeert alle arbeiders uit de sector transport en logistiek, waarvan de werkgevers behoren tot het paritair subcomité 140.03 en ingeschreven zijn in RSZ-categorie 083, een aanvullend pensioen bovenop het wettelijke pensioen. Deze rubriek is enerzijds informatief bedoeld, zodat je op de hoogte bent van het bestaan van deze maatregel en je op jouw beurt je werknemers kan informeren. Onder het luik 'Arbeider', bij het thema 'Premies, financiële tegemoetkomingen en pensioen', kan ook jij meer informatie terugvinden over dit item. Anderzijds heb jij als werkgever de mogelijkheid tot opting out.
ln België bestaan 3 vormen van pensioenopbouw, de 3 "pensioenpijlers". De eerste pijler is het wettelijk pensioen. De tweede pensioenpijler betreft de aanvullende pensioenstelsels, verbonden aan een beroepsactiviteit; voor werknemers kan dat een aanvullend pensioenstelsel zijn op ondernemings- of op sectorniveau. De derde pijler betreft de individuele pensioenopbouw (bvb. pensioensparen). Bij CAO van 15 september 2011 werd een aanvullend sectoraal pensioenplan ingevoerd voor alle arbeiders van de sector transport en logistiek voor rekening van derden (RSZ-categorie 083 - PsC140.03 - voorheen 140.04 en 140.09 - en werknemerskengetal 015 of 027 behoudens leercontracten).
Dit sectoraal pensioenstelsel wordt ingericht door het Sociaal Fonds Transport en Logistiek (SFTL) dat instaat voor een gepaste financiering ervan overeenkomstig een financieringsplan dat ter goedkeuring werd voorgelegd aan de FSMA (Financial Services and Markets Authority - voorheen CBFA). Voor het beheer en de uitvoering van dit sectoraal pensioenstelsel werd een eigen organisme voor de financiering van pensioenen (OFP) opgericht, het Pensioenfonds Transport en Logistiek - Pensio TL - toegelaten door de FSMA op 22 mei 2012 (nr.50.603).
Dit pensioenplan wordt volledig gefinancierd door een patronale bijdrage van de betrokken werkgevers van de RSZ-categorie 083. Voor de periode van 1 juli 2011 tot 31 december 2015 bedroeg de forfaitaire bijdrage 50 euro per trimester. Van 1 januari 2016 tot 30 juni 2018 was de forfaitaire bijdrage gelijk aan 75 euro per trimester. Vanaf 1 juli 2018 werd de bijdrage omgevormd naar een procentuele bijdrage, met behoud van een minimum forfaitaire bijdrage. De totale procentuele bijdrage bedraagt 0,92%, te berekenen op basis van het aan de RSZ onderworpen brutoloon aan 108%. Van deze procentuele bijdrage is 88,67% voorbehouden voor de effectieve opbouw van het aanvullend pensioen (= de 'KwartaalPensioenBijdrage'). Op deze KwartaalPensioenBijdrage is de bijzondere bijdrage van 8,86% voor de sociale zekerheid verschuldigd. Het verschil tussen de Procentuele Bijdrage en de KwartaalPensioenBijdrage, verhoogd met de daarop verschuldigde bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid, dient om de kosten van het sectoraal pensioenstelsel te dekken. In situaties waarbij de procentuele bijdrage lager is dan het minimumforfait, is dit minimumforfait verschuldigd.
Van 1 juli 2018 tot en met 31 december 2018 was de minimum forfaitaire bijdrage gelijk aan 75 euro per kwartaal. Vanaf 1 januari 2019 bedraagt deze minimum forfaitaire bijdrage 80 euro voor een volledig kwartaal per voltijds tewerkgestelde arbeider (met inbegrip van de bijzondere sociale zekerheidsbijdrage en de kostenbijdrage). Voor deeltijdse arbeiders of arbeiders die geen volledig kwartaal tewerkgesteld werden, wordt de bijdrage pro rata berekend. De inning en invordering van de bijdrage wordt verzekerd door de RSZ. De bijdrage is verschuldigd vanaf 1 juli 2011 of vanaf de indiensttreding indien het arbeidscontract aanvangt na deze datum.
Werkgevers die op 1 juli 2011 op het niveau van hun onderneming voor al hun arbeiders reeds een eigen pensioenplan organiseerden dat minstens evenwaardig is aan het sectoraal aanvullend pensioenstelsel, kunnen dit eigen pensioenstelsel verderzetten en hoeven niet aan te sluiten bij het sectoraal plan. Om van deze vrijstelling te kunnen (blijven) genieten, moeten zij wel jaarlijks de (blijvende) gelijkwaardigheid van hun ondernemingsplan bewijzen aan de hand van een actuarisattest. Ze moeten ook jaarlijks het bewijs leveren van de betaling van de premies en van het paritair beheer van hun pensioenstelsel of het paritair toezicht erop.
Vragen?
Secretariaat Pensio TL
pensiotl@sftl.be - 02 424 30 80
Wil je een (gratis) bedrijfsbezoek voor bijkomende toelichting?